Vrienden

Arie Keppler (links) en Pieter Bakker Schut tijdens een congres in 1925.
Arie Keppler (links) en Pieter Bakker Schut tijdens het Internationaal Stedebouwcongres in Amsterdam, juni 1924.

Ze hebben elkaar tijdens hun studie in Delft leren kennen en daarna nooit meer uit het oog verloren: Arie Keppler en Pieter Bakker Schut. De een ging aan de slag in Amsterdam, de ander in Den Haag. Keppler hoorde pas veel later dat Bakker Schut behalve zijn vriend ook korte tijd zijn concurrent was geweest. Toen Wibaut en Tellegen in 1915 probeerden Keppler te behouden voor Amsterdam, hadden ze ook een plan B ontwikkeld. Mocht Keppler boos zijn weglopen, dan zou Bakker Schut directeur zijn geworden van de Amsterdamse Woningdienst. Het werd plan A. Toen Wibaut ruim twintig jaar later aan zijn zwager vertelde dat Bakker Schut was benaderd als plaatsvervanger, haalde Keppler zijn schouders op. Geheel tegen zijn natuur in en vooral tekenend voor de desolate staat waarin Keppler toen verkeerde. Lees meer hierover in Asterdorp, hoofdstuk 9.

Pieter Bakker Schut onderhield contact met Keppler tot diens dood. Zelf was hij directeur Stadsontwikkeling en Volkshuisvesting van Den Haag van 1918 tot kort na de oorlog. Hij vestigde een kleine dynastie: zijn zoon Frits volgde hem op en bleef tot 1966 de hoogste ambtenaar voor de volkshuisvesting in Den Haag. Pieter Bakker Schut overleed in 1952, 85 jaar oud.