Staartdeling

De staartdeling van De Miranda
De staartdeling van De Miranda

Begin 1932 maakte De Miranda de balans op van Asterdorp en Zeeburgerdorp. Hij deed wat Keppler naliet en rekende op een kladje uit hoeveel de gemeente onder de streep eigenlijk uitgaf per gezin per jaar: 489 gulden. Dat geld kon veel effectiever worden ingezet, zo hield hij Keppler en de ‘Subcommissie’ vol notabelen tevergeefs voor. Lees meer hierover in Asterdorp, hoofdstuk 7.

Flipse, de regels en de baas

flipse 1950
ir. J.L. Flipse in 1950 (foto Stadsarchief)

Ingenieur Jan Leendert Flipse, de opvolger van Arie Keppler als directeur van de Gemeentelijke Woningdienst, was alles wat Keppler niet was: gezagsgetrouw, braaf, bang. In de oorlog, met een NSB’er als wethouder, probeerde Flipse twee heren te dienen. De eerste heer was de wet, die vertaald en vertakt als een regelstelsel het verhuren van gemeentewoningen tot in minuscule details regelde. De tweede heer was de baas, in dit geval dus een wethouder van besmette huize. Als die twee heren met elkaar in botsing kwamen, liet Flipse de regels varen.

In het voorjaar van 1942 wilde H.L.G Ouwerkerk, districtsleider van de NSB, dat functionarissen van de NSB met voorrang een gemeentewoning in Amsterdam-Noord kregen. Dat leek zijn wethouder C. Neiszen een goed idee en Flipse Lees verder Flipse, de regels en de baas

Muurnummers

huisnummers
Mercatorplein, 2015 (bron: @Baarsjes_West)

Toen ik in het Stadsarchief de brief las die de PTT op 25 september 1940 aan de Gemeentelijke Woningdienst had gestuurd, zag ik ze weer voor me: die bijna weggebleekte cijfers op oude panden. In de jaren zeventig, misschien ook nog tachtig, waren ze in heel Amsterdam nog goed leesbaar: op de muren, naast de voordeuren. In de oorlog was ’s nachts, en dus ook ’s ochtends vroeg als de postbode zijn eerste ronde liep, de stad verduisterd op bevel van de bezetter. Op verzoek van de PTT kalkte de Woningdienst in heel de stad met witte verf zo groot als mogelijk de huisnummers naast de deuren. Handig voor de postbode, handig voor alle Amsterdammers die in het donker hun huis zochten. Wie goed zoekt ziet ze op sommige muren nog staan. In de Rivierenbuurt hebben ze er een mooi aandenken van gemaakt.

Tiritomba

josephsschmidt
Joseph Schmidt

Als hij terugkwam van zijn werk hield Arie Lamberts stil onder de poort – een betere klankkast kon je niet hebben – en zong Tiritomba. Het was het verzoeknummer van mevrouw Viskoper die in het huisje tegenover de poort ziek te bed lag. In de jaren dertig was deze klassieke Italiaanse aria razend populair onder arbeiders, vooral in de vertolking van Joseph Schmidt. Schmidt, een Joodse Oostenrijker, was begin jaren dertig uit Berlijn naar Amsterdam gevlucht en vierde ook hier successen. Staande in een open wagen reed hij zingend door de Jordaan. ‘Iedereen hing uit de ramen,’ herinnert schilder Jan Sierhuis zich nog (Ons Amsterdam, juni 2015). Lees meer over de families Lamberts en Viskoper in Asterdorp, hoofdstuk 8.

 

Laatste archiefdag

de mirandaca35-4Na ruim twee jaar vele uren in verschillende archieven te hebben doorgebracht, ga ik ze missen. De stoffige dozen, de onleesbare krabbeltjes in de marge, de roestige afdruk van een paperclip uit 1918, het cadeautjesgevoel, steeds opnieuw wanneer je de strik van een volgende oude doos lostrekt, en vooral de mensen. Want bij archieven werken alleen maar aardige mensen.

Vandaag was ik voor het laatst bij het Nationaal Archief in Den Haag. Twee dikke dozen lagen klaar, vol met informatie over de laatste levensdagen van Monne de Miranda (hier op een foto uit ongeveer 1932, bron: Stadsarchief Amsterdam), de wethouder die verantwoordelijk was voor Asterdorp. Het werd een leerzaam slotbezoek. Lees meer hierover in Asterdorp, hoofdstuk 11.