Bouquet en de radioregels

radiojarendertigDe Gemeentelijke Woningdienst was  in de jaren dertig niet alleen hoeder van de ontoelaatbaren uit het Asterdorp, ook de gezinnen in gewone gemeentewoningen stonden onder toezicht. Zo was het luisteren naar de radio alleen toegestaan wanneer de bewoners een radiovergunning hadden. Daarbovenop hadden B en W  huurders verboden ’s avonds na 10 uur nog radio te luisteren. En dat laatste verbod, daar trok de buurvrouw van meneer Bouquet zich niets van aan. Bouquet (ik kan er niets aan doen: zo heette ie echt) had eerder op het Asterdorp gewoond en nu hij toelaatbaar was verklaard had hij zich gehecht aan de regels en normen van de Woningdienst. Geen wonder Lees verder Bouquet en de radioregels

Het kippenhok van Pannekoek

ilpendammerstraat
Bejaardenwoningen aan de Ilpendammerstraat in 1928, links nummer 39 (foto Stadsarchief Amsterdam)

Op de ranglijst van arbeidersfatsoen stond Tuindorp Nieuwendam twee plaatsjes boven Asterdorp. Maar het bleven gemeentewoningen – we hebben het nog altijd over het rechterrijtje – en dus greep Keppler in bij ongewenste taferelen. Het kippenhok van het echtpaar Pannekoek, dat een modern bejaardenhuisje huurde aan de Ilpendammerstraat 39, was zo’n tafereel. Preciezer gezegd: Lees verder Het kippenhok van Pannekoek

Welles, nietes

Voor de liefhebbers: hieronder staan onverkort de aanklacht van de Algemene Amsterdamse Huurdersbond uit 1930 en enigszins ingekort het antwoord van Keppler.

“13 maart 1930.

AAN DEN RAAD DER GEMEENTE AMSTERDAM

Edelachtbare Heeren,

Ondergeteekenden; Joh. Van Dokkum en Mevrouw S. Scheijde, respectievelijk Voorzitter en Secretaris van den Algemeenen Amsterdamschen Huurdersbond, domicilie kiezende Bestevaerstraat 176 huis, Amsterdam, kennis genomen hebbende van verschillende wantoestanden in het Asterdorp, “Tijdelijk Tehuis voor gezinnen”, zich op het standpunt plaatsende dat de Gemeente Amsterdam met bovengenoemde stichting bedoelt in opvoedenden zin te werken en niet de menschen die voor plaatsing in aanmerking komen verder te degenereeren, Lees verder Welles, nietes

Scheefwoner Schultz

scheefwoners vdpek
Fragment uit de lijst met scheefwoners in de Van der Pekbuurt, 1932

Zes à zeven keer de huur, meer mochten gezinnen in sociale huurwoningen niet verdienen. Dat was althans de vuistregel die het rijk en de gemeente hanteerden in de jaren dertig. Het gezinsinkomen was de optelsom van het alle verdiensten van alle gezinsleden. Omdat veel arbeiderskinderen vanaf hun veertiende gingen werken, groeide het inkomen met het kindertal mee. Zo kwam het dat behanger Schultz het dubbele verdiende van ambtenaar Luskus. Beiden werden in 1932 door de Woningdienst gedwongen hun woning te verruilen voor een duurdere woning elders. Samen met 130 andere gezinnen uit de Van der Pekbuurt.

In 1938 startte het rijk een finale actie tegen scheefwonen. Alle huurders van alle woningwetwoningen in het hele land moesten hun laatste weekinkomen opgeven. Een gigantische operatie die leidde tot een rijstebrijberg van honderdduizenden formulieren. Het kostte rijksambtenaren een jaar om hier doorheen te komen. Lees meer hierover in Asterdorp, hoofdstuk 10: Omzien.

De vertrokken familie Broos mag komen

Meneer en mevrouw Broos moesten april 1937 hun woonschip verlaten. Waarom weet ik niet, vermoedelijk omdat het een wrak was. In ieder geval waren ze als woonschipbewoners per definitie asociaal in de ogen van de Woningdienst. Om die reden wilde de gemeente het gezin Broos met zes kinderen huisvesten op de Blauwe Distelweg 40 (zo heette Asterdorp toen: complex Blauwe Distelweg. In hoofdstuk 7, ‘Het verlies van De Miranda’, staat het verhaal van deze naamswijziging). Voor die verhuizing was de goedkeuring van het ministerie nodig, het betrof immers een sociale huurwoning waar subsidie mee gemoeid was. Hoe zag zo’n goedkeuringstraject er uit? We volgen het dossier Broos, eentje van een hele grote stapel. Lees verder De vertrokken familie Broos mag komen

‘Beneden de waardigheid’

H. van Buuren, een hoge ambtenaar bij Financiën op de secretarie, klaagde in februari 1929 bij de administrateur van zijn afdeling over Keppler. Van Buuren had ontdekt dat Keppler – zónder toestemming van Financiën – de gemeente had gemachtigd om maandelijks ƒ 14,- over te maken naar de firma Goldschmeding.  Tegenwoordig heet de secretarie de bestuursdienst, de administrateur de directeur en een afdeling een resultaatverantwoordelijke eenheid. Toch is er weinig veranderd: het hoofd Financiën was en is een machtig persoon.

haarlemsch dagblad 1932
Advertentie Haarlems Dagblad, 1932

De wethouder Financiën stuurde de klacht van Van Buuren door naar de Wethouder Volkshuisvesting (op dat moment Boissevain) die aan de directeur van de Woningdienst vroeg hoe dat zat. Op 6 maart 1929 legde Keppler het uit: ‘De posten, waarop de heer van Buuren aanmerking maakt, hebben betrekking op den aankoop van een piano ten behoeve van Lees verder ‘Beneden de waardigheid’

‘Het houden van dieren, uitgezonderd een kat, is verboden’

contract-1

Zo zag de huurovereenkomst van een gemeentewoning er uit in 1939. Niet alleen op Asterdorp werd strak de hand gehouden aan de regels, voor alle gemeentewoningen gold een verbod op  Lees verder ‘Het houden van dieren, uitgezonderd een kat, is verboden’

De Roode Frou Frou

Naast De Tribune kende De Communistische Partij Holland een netwerk van bedrijfskranten en straatkranten. De Dorpskrant van Asterdorp (zie pagina 103) was geen uitzondering, de CPH bracht in de jaren twintig meer dan honderd krantjes uit. Elke fabriek had een eigen krant, liefst met een olijke naam.

Het Blikkie, zo heette de bedrijfskrant voor arbeiders in de blikindustrie.

De Metaalslaaf, bedrijfkrant voor het personeel van machinefabriek Reinefeld in Delft.

De Roode Telegraaf, voor personeel van De Telegraaf.

De Zijde-Rups, Enka Kunstzijdefabriek te Ede.

De Roode Frou Frou, Koekfabriek Mijdrecht.

De eerste schetsen

1915 eerste plan

In december 1915 – de Woningdienst bestond net een paar maanden – zette Keppler voor het eerst zijn plannen voor ‘de huisvesting van ontoelaatbare gezinnen’ op papier. Midden op pagina 2 (die staat hieronder) maakte hij in de kantlijn, in potlood, een belangrijke bocht toen hij de getypte versie nog eens naliep. Arbeidersgezinnen moeten niet langer op grond van hun gedrag worden beoordeeld, maar op grond van een inschatting.

potlood‘Of er niet in kunnen worden toegelaten.’ Preventie dus. In de praktijk van Asterdorp werd deze preventie tussen 1926 en 1940 uitgevoerd door ambtenaren die bewoners van krotten en kelderwoningen thuis opzochten. Lees meer hierover in hoofdstuk 2, Op zoek naar de ontoelaatbaren.