Mevrouw Roelvink en het winderige weer

storm-en-zware-windstoten-verwacht-tijdens-tweede-helft-carnaval
‘…voelt zich erg één met de natuur en wil nog wel eens ruzie maken…’

De avonturen van meneer en mevrouw Roelvink bevestigen veel vooroordelen die rondgingen over de bewoners van Asterdorp en Zeeburgerdorp. Meestal klopten die vooroordelen niet; soms wel.
Pieter Roelvink was getrouwd met K. Schotten en woonde afwisselend op Zeeburgerdorp 37 en Asterdorp 1. Het echtpaar had zes kinderen. Volgens het rapport was het gezin op Zeeburgerdorp beland  Lees verder Mevrouw Roelvink en het winderige weer

Boer Frieling

goudsbloemstraat117
Inpandig terrein gezien in de richting van de Tweede Goudsbloemdwarsstraat, vanaf het bouwterrein voor het nieuwe blok arbeiderswoningen van de Bouwonderneming Jordaan. Links Goudsbloemstraat 117. Foto uit 1895, bron: Stadsarchief Amsterdam

Boer Frieling was helemaal klaar met Drenthe. De armoe was ondraaglijk, hij kon zijn vrouw en zes kinderen niet meer voeden. Ergens rond 1926 had zijn zwager hem een advies gegeven: ga naar Amsterdam. Daar is werk, daar ligt een toekomst voor je kinderen. De Frielings belandden op de Goudsbloemstraat 117hs. Dat was van de regen in de drup want deze woning werd kort daarna onbewoonbaar verklaard. Een inspectrice van de Woningdienst bezocht het gezin en noteerde in haar schriftje: Lees verder Boer Frieling

Scheefwoner op straat

1284855Zomer 1932. De familie Kreuger woonde prettig op de Hembrugstraat 18′, betaalde keurig elke week de huur en was niemand tot last. Maar nu stond F. Kreuger met zijn gezin en spulletjes op straat. Zijn woning was te krap geworden voor een echtpaar met acht kinderen, oordeelde de gemeente. Bovendien verdiende Kreuger te veel. Hij kon makkelijk ruimer gaan wonen als hij zou willen, met zijn inkomen van f. 35,- per week. Op de Hembrugstraat bedroeg de huur slechts f. 3,80. Maar ja, hij wilde niet weg. “Huurder werd driemaal een andere gemeentewoning aangeboden waarvoor hij bedankte,” schreef de Woningdienst en dus luidde het vonnis: ontruimen.

De mythe van de gesloten poort

poortmetbord34De poort van Asterdorp was altijd open; kon ook niet dicht. Ooggetuigen, bouwtekeningen, foto’s, documenten uit de jaren twintig, ze geven het allemaal aan. Voor het verhaal zou het natuurlijk mooier zijn als die poort wèl dicht kon. En het liefst ook elke avond om tien uur op slot zou worden gedaan. Met een ijzeren hek. Maar zo was het dus niet. Lees verder De mythe van de gesloten poort

De uitjes van De Graaf

uienThuiswerken was honderd jaar geleden een misstand, streng verboden in sociale huurwoningen. Het hoorde bij de 19e eeuwse ellendige arbeidsomstandigheden waar kinderen en vrouwen de dupe van waren. Het stond bovenal een fatsoenlijk gezinsleven in de weg. Wie toch uitjes wilde schoonmaken, sigaren draaien, bananen verhandelen of ijs maken, diende een loodsje te huren. In Asterdorp en Zeeburgerdorp waren zo’n tien loodsjes te huur. Lees verder De uitjes van De Graaf

De vlag op de gemeentewoning

wwwopac.ashx

 

 

November 1936 vroeg Keppler aan wethouder De Miranda een standpunt over een netelige kwestie: mag er bij het aanstaande huwelijk van Juliana en Bernard worden gevlagd vanaf gemeentewoningen? De ‘vlaggencommissie’ van de Christelijke Oranje-Vereeniging Amsterdam-Oost wilde dat graag en had hem toestemming gevraagd. Van de christelijke woningcorporatie Patrimonium hadden ze al een positief antwoord ontvangen en ook op alle openbare gebouwen zou de vlag worden gehesen dus wat lette de gemeente om vlaggenstokken aan te brengen op de hoeken van enkele blokken gemeentewoningen?

Keppler vond dit bij uitstek een politieke beslissing: de verhouding tussen de sociaal-democratie en de Oranjes lag immers gevoelig. Het College van B en W hakte de knoop: niet doen. En zo wapperden er op 7 januari 1937 overal vlaggen in de stad met uitzondering van de blokken gemeentewoningen.

 

Gemeentelijke schraapzucht –2–

frederiks
K. Frederiks, de topambtenaar die bijna de hele oorlog in zijn eentje de klassieke rijksoverheid was

Double billing, zo noemen Amerikaanse advocaten het. In Nederland snoeven consultants op de vrijmibo over ‘schrijven met een vork’. De gemeente Amsterdam had er geen aparte woorden voor maar deed het ook: in de oorlog werden de kosten voor de Jodengetto’s meerdere keren in rekening gebracht. In hoofdstuk 11 van Asterdorp staat het uitgebreid beschreven, en wordt ook gepoogd te verklaren hoe het mogelijk is dat de Amsterdamse ambtenaren zo amoreel handelden.

Hoe zat het ook alweer? In Asterdorp en de Transvaalbuurt bracht de Gemeentelijke Woningdienst de Joden die verplicht werden daar te gaan wonen, de commerciële huur in rekening. Voor Asterdorp waren de extra huurinkomsten  Lees verder Gemeentelijke schraapzucht –2–