De Gemeentelijke Woningdienst was in de jaren dertig niet alleen hoeder van de ontoelaatbaren uit het Asterdorp, ook de gezinnen in gewone gemeentewoningen stonden onder toezicht. Zo was het luisteren naar de radio alleen toegestaan wanneer de bewoners een radiovergunning hadden. Daarbovenop hadden B en W huurders verboden ’s avonds na 10 uur nog radio te luisteren. En dat laatste verbod, daar trok de buurvrouw van meneer Bouquet zich niets van aan. Bouquet (ik kan er niets aan doen: zo heette ie echt) had eerder op het Asterdorp gewoond en nu hij toelaatbaar was verklaard had hij zich gehecht aan de regels en normen van de Woningdienst. Geen wonder dus dat hij nu bij Keppler zijn beklag deed over het overtreden van de radioregels door zijn buren. Keppler liet de situatie ter plekke, een blokje bejaardenwoningen in Floradorp, onderzoeken. Op 30 september 1931 schreef hij aan wethouder De Miranda dat er inderdaad ‘radiomuziek wordt gemaakt na 10 uur.’ Maar hij voegde daaraan toe dat meneer Bouquet de enige klager was. Sterker nog: ‘Alle andere ouden van dagen zouden gaarne opheffing wenschen van het besluit van Burgemeester en Wethouders.’ Eigenlijk was die verheven meneer Bouquet met zijn gemopper zelf de dissonant. Zoals gebruikelijk was De Miranda het niet eens met Keppler en handhaafde het verbod. ‘Ik verzoek U dan ook ervoor zorg te dragen, dat aan dit besluit de hand wordt gehouden.’ Dat zal Bouquet deugd hebben gedaan, ondanks de boze blikken van al die andere oudjes.