Om het boek overzichtelijk te houden staan in Asterdorp lang niet alle bronnen vermeld. In het gelijknamige proefschrift wel. Hieronder staan de ontbrekende noten uit het proefschrift, gekoppeld aan de paginanummers van het boek. Het betreft vooral bronvermeldingen maar er staan ook verklaringen en toelichtingen tussen.
Inleiding
pag. 11 – ‘WelEdelengeleerden en gestrengenden …. zoudt behandelen’, Stadsarchief Amsterdam, 5293, dossier 136 sw. Dit dossier bevindt zich in het niet geïnventariseerde deel van het archief van de Gemeentelijke Woningdienst.
pag. 13 – ‘In de week van 9-14 Februari … der huur te voldoen’, Idem.
pag. 15 – Honderd jaar geleden … onder de grond. Het aantal twintigduizend is gebaseerd op de aanname dat de gemiddelde grootte van een huishouden in een krot of kelderwoning zeven personen bedroeg. Voor de hele stad was in 1909 de gemiddelde huishoudensgrootte iets meer dan 4,5 (bron: Verslag van de Gemeentelijke Woningdienst 1925, p. 36) maar in Asterdorp en ook in de Jordaan, de Jodenbuurt en de Oostelijke Eilanden (waar veel Asterdorpers vandaan kwamen) telde een gemiddelde woning zeven personen. Hermans (1901, pagina 66) becijferde dat alleen al in de eenkamerwoningen in de oude Jodenbuurt de gezinsgrootte ruim 7,1 personen bedroeg. Omdat er rond 1900 nog 2800 bewoonde kelders waren (bron: Van der Woud, 2012, p. 111), woonden daar dus ongeveer twintigduizend mensen.
1 – Het klasje van Peek
pag. 25 – …drie jaar eerder opgrichte SDAP. De Sociaal Democratische Arbeiders Partij (S.D.A.P.) is in 1894 opgericht. In 1897 betrad de S.D.A.P. met twee leden de Tweede Kamer. In 1946 ging de S.D.A.P. op in de PvdA.
pag. 25 – …de gezaghebbende liberaal Pekelharing. Pekelharing was niet alleen een leidend figuur in debatten met studenten, hij vormde ook het centrum van een kring radicaal-liberalen en (katheder)socialisten die volkswoningbouw propageerde. Met Goeman Borgesius onderhield hij al langer nauwe banden, zij werkten eerder samen aan destijds toonaangevende progressief liberale kranten als Het Vaderland en De Zutphense Courant.
pag. 25 – ‘Ik voel mij niet … de leer van K. Marx’. Brief B. Pekelharing aan F. Wibaut, 1897. Aangehaald door G. Voerman in biografisch portret van B.H. Pekelharing in het Biografisch Woordenboek van het Socialisme en de Arbeidersbeweging in Nederland. BWSA 6 (1995), pagina 167-171. Ook in te zien via www.socialhistory.org/bwsa.
pag. 26 – Voor Pekelharing, die altijd vrijgezel... Over Pekelharing schreef de feministe Cornélie Huygens in 1897 de sleutelroman Barthold Meryan. In het boek wordt Pekelharing aangeduid als professor Denners.
pag. 29 – ‘Toen ik de uitslag … droomde ik reeds van’. Brief Keppler aan Wibaut, juli 1907. Archief F.M. Wibaut, nr. 25-26, IISG.
pag. 29 – ‘Waarde Heer Keppler … J.W.C. Tellegen’. Brief Tellegen aan Keppler, 26 november 1907. Archief Arie Keppler, nr. 1, IISG.
pag. 29/30 – ‘’t Is geen vlaag … Uw wekrkracht’. Brief Keppler aan Tellegen, 5 augustus 1908. Archief Arie Keppler, nr. 1, IISG.
pag. 30 – ‘Uitstekend’. Idem.
pag. 31 – ‘ik wil je even … Arie K.’. Brief Keppler aan Wibaut, 6 juni 1910. Archief F.M. Wibaut, nr. 25-26, IISG.
pag. 31 – …onbewoonbaar verklaard en dichtgetimmerd. Tussen 1914 en 1926 werden er geen woningen onbewoonbaar verklaard. Daarna werden er tot 1940 nog eens 6774 woningen onbewoonbaar verklaard. Totaal zijn in Amsterdam tussen 1902 en 1940 dus 10.223 woningen onbewoonbaar verklaard. Ottens, 1975, pagina 146.
pag. 33 – ‘die door hun levenswijze … hen uitstrekken moet’. Gemeenteblad 1914, afdeling I, p. 2692.
pag. 33 – ‘er zullen nog steeds … dienen te worden voorzien’. Gemeenteblad 1915, afdeling I, pagina 111.
pag. 34 – ‘Waarde Arie, Je zult wel verrast … Gegroet, F. Wibaut’. Brief Wibaut aan Keppler, 24 februari 1915. Archief Arie Keppler, nr. 1, IISG.
pag. 34 – …maakten hem ongeschikt als topambtenaar. Een vertrouwelijke brief dd 24 januari 1915 van Keppler aan Wibaut met dit voorstel, is te vinden in het Archief Arie Keppler, nr. 1, IISG.
pag. 35 – ‘Ik zou zoo gaarne willen … Uw zeer toegenegen Telegen’. Brief Tellegen aan Keppler, 10 maart 1915. Archief Arie Keppler, nr. 1, IISG.
pag. 35 – ‘De wereld is groot … mijn hoofd is nog koel’. Brief Keppler aan K. Brevet, 14 maart 1915. Archief Arie Keppler, nr. 1, IISG. Karel Brevet, rechter te Den Haag, was getrouwd met een zus van Mathilde en Josine.
pag. 35/36 – ‘Beste Floor, vannacht heb ik … gesloof als ambtenaar 2e of 3e rang.’ Brief Keppler aan Wibaut, ongedateerd, vermoedelijk rond 16 maart 1915. Archief Arie Keppler, nr. 1, IISG.
pag. 36 – ‘Het lijkt me onnoodig …. en daarna hoor je van me’. Brief Wibaut aan Keppler, 21 maart 1915. Archief Arie Keppler, nr. 1, IISG.
pag. 36 – ‘Waarde heer Tellegen … en Zondag toegelicht’. Brief Keppler aan Tellegen, 18 maart 1915. Archief Arie Keppler, nr. 1, IISG.
pag. 37 – ‘Ik neem daartoe … juist te volgen is.’ Idem.
pag. 38 – Dat ze elkaar mochten, de zussen Berdenis van Berlekom, stond buiten kijf maar er was meer aan de hand. Deze passage is gebaseerd op de jeugdherinneringen van Mathilde en Josine, beide te vinden in het Archief Mathilde Wibaut – Berdenis van Berlekom, nr. 37-38, IISG.
pag. 38 – … als ‘moderniteit’ wilde inpassen in het huwelijk wat hem ook lukte. Herman de Liagre Böhl, 2013, pagina’s 72, 73 en 381 e.v.
pag. 39 – ‘Aanleg van een baggerbergplaats in den Buiksloterhampolder’. Gemeenteblad 1915, afd. I, pagina 113-114.
pag. 39 – ‘Waarde Arie, ik ben erg moe … bezighouden met de regeling’. Brief Wibaut aan Keppler, 10 april 1915. Archief Arie Keppler, nr. 1, IISG.
pag. 40 – ’14 juli komt de Woningdienst … Groet Jos, F. Wibaut.’ Brief Wibaut aan Keppler, 6 juli 1915. Archief Arie Keppler, nr. 1, IISG.
2 – Op zoek naar de ontoelaatbaren
pag. 41 – ‘Amice, … van lieverlede verwezenlijken.’ Brief Pekelharing aan Keppler, 9 september 1915. Archief Arie Keppler, nr. 12, IISG.
pag. 41 – ‘Keppler, Directeur!’. Brief Tellegen aan Keppler, 9 september 1915. Archief Arie Keppler, nr. 12, IISG.
pag. 42 – ‘Steun van een grote houthandel … eens met je bespreken’. Brief Keppler aan Wibaut, 20 september 1914, Archief F.M. Wibaut, nr. 25-26, IISG.
pag. 42 – ‘De verlichting … uitzicht hebben’. Gemeenteblad 1914, afdeling I, pagina 2716 e.v.
pag. 43 – ‘het verblijf der gezinnen in het gebouw ongewenscht lang duurt’. Idem.
pag. 43 – ‘Aldaar wordt het bezwaar … vrouwelijke leden blijft zitten’. Idem.
pag. 43 – …het rapport dat hij december 1915 bij Wibaut inleverde. Stadsarchief Amsterdam, 5187-117, dossier 3356.
pag. 44 – ‘De huisvesting van “ontoelaatbare” gezinnen maakt een zaak van ernstige studie uit.’ Stadsarchief Amsterdam, jaarverslag Gemeentelijke Woningdienst over 1917.
pag. 44 – ‘plannen ter verbetering hierin van gemeentewege in studie genomen.’ Stadsarchief Amsterdam, jaarverslag Gemeentelijke Woningdienst over 1918.
pag. 44 – ‘Zolang de oplossing … kan worden verwacht’. Stadsarchief Amsterdam, jaarverslag Gemeentelijke Woningdienst over 1919, pagina 69 e.v.
pag. 45 – In een rapportage aan de wethouder… Brief Keppler met verslag opzichteresse Van der Wijk aan wethouder Wibaut, 5 december 1919. Stadsarchief Amsterdam, 5187-378, dossier 5730.
pag. 47/48 – ‘De wenselijkheid kwam naar voren … van de haar toevertrouwden’. Stadsarchief Amsterdam, jaarverslag Gemeentelijke Woningdienst over 1919, pagina 69 e.v.
pag. 50 – ‘Hier is voor ons sociaal-democraten een schone taak weggelegd’. ‘De gemeente en de volkshuisvesting,’ door Ir. A. Keppler en F.M. Wibaut. Amsterdam 1925, pagina 139.
pag. 50 – ‘wij deze woningen noodig hebben voor verschillende doeleinden’. Stadsarchief Amsterdam, 5187-847, dossier 3968.
pag. 50 – ‘In de Raadsvoordracht … in het geheel niet mede kan vereenigen’. Stadsarchief Amsterdam, 5187-864, dossier 5483.
pag. 50/51 – ‘Ik mag niet verhelen … een bescheiden begin gemaakt worden’. Brief ‘kabinet’ (=vertrouwelijk) van De Miranda aan Keppler, 9 oktober 1924. Stadsarchief Amsterdam, 5187-863, dossier 5483.
pag. 51 – ‘een soort kolonie zal worden gevestigd van minder gewenschte elementen’. Stadsarchief Amsterdam, 5187-871, dossier 5884.
pag. 51 – ‘Men moet in de keus … nog leiding noodig hebben’. Gemeenteblad 1924, afdeling II, pagina 1567 e.v.
3 – Geen W.C. Geen betrouwbaar gezin
pag. 53 – ‘Dat is met opzet … proeven te nemen’. Keppler, 1929, pagina 15
pag. 54 – ‘Mijn moeder was dolblij met dat huis’. Interview mevrouw Heuckeroth, 25 april 1984.
pag. 54 – ‘bestemd voor het verrichten van ontwikkelingsarbeid en onschoolse bijeenkomsten ten behoeve van de jeugd’. Keppler, 1929, pagina 17
pag. 55 – ‘Elke waschbox is voorzien … paedagogisch oogpunt niet gewenscht’. Idem, pagina 16
pag. 56 – ‘Waar kom je vandaan? … vieze Asterdorper’. Interview mevrouw A. Lamberts, 19 april 1984. Gonnie Lamberts woonde van 1930 tot 1938 in Asterdorp, haar lagereschooltijd.
pag. 57 – ‘Vuil gezin, ontoelaatbaar … Geen betrouwbaar gezin’. Stadsarchief Amsterdam, gezinsrapport Muller, 5187-3409, dossier 1940-56/7
pag. 57 – …de Mullers zijn dan ook het langst van iedereen gebleven. Nóg langer tijdelijk dan het echtpaar Kruimel. In december 1940 mochten ze pas verhuizen naar een normale gemeentewoning.
pag. 57/58 – ‘17.11.28. De heer Muller… het moet nog anders worden’. Gezinsrapport Muller.
pag. 58 – ‘Man is verbazend eigenwijs… een bittere armoede’. Stadsarchief Amsterdam, gezinsrapport Acathan, 5187-2155, dossier 342.
pag. 59 – ‘Mejuffrouw Servais heeft … aan dat “middeleeuwsch gedoe” niet mee deed’. Stadsarchief Amsterdam, gezinsrapport Servais, 5187-1992, dossier 722.
pag. 59 – ‘Ouders hadden er veel verdriet van… de 17e kon er ook wel bij’. Stadsarchief Amsterdam, gezinsrapport Laffra, 5187-1570, dossier 218.
pag. 60 – ‘Het gezin Laffra … nog meer uit te breiden’. Aanbiedingsbrief Keppler bij rapport Laffra aan wethouder, 26 februari 1929. Stadsarchief Amsterdam, 5187-1570, dossier 218.
pag. 60 – …de vier tot vijf personen die een gemiddeld Amsterdams huishouden telde in die jaren. Ottens, 1975, pagina 148.
pag. 60/61 – ‘In den zomer werkzaam groentenmarkt… last van ratten en muizen’. Stadsarchief Amsterdam, gezinsrapport Viskoper, 5187-3262, dossier 56/10.
pag. 61 – ‘Viskoper heel erg arm gezin… kan geen huur betalen’. Idem.
pag. 62 – ‘Het gezin gedraagt zich … geholpen moet worden’. Stadsarchief Amsterdam, gezinsrapport Jansen, 5187-1587, dossier 631.
4. De eerste jaren: roem, ruzie en regels
pag. 63 – ‘Amsterdam is een van de steden… weten op te lossen’. Stadsarchief Amsterdam, 5187-1381, document 540
pag. 64 – … de bourree van Bach ten gehore bracht. Archief Keppler, IISG, nr. 44, IISG.
pag. 65 – ‘Alhoewel ik op dit oogenblik… met je te bespreken’. Brief van Oudegeest aan Keppler, 18 september 1922. Archief A. Keppler, nr. 2, IISG.
pag. 66 – … langs de pronkstukken van de Amsterdamse School. Het Schip, een woningblok van architect Michel de Klerk in de Spaarndammerbuurt, is het topstuk uit de Amsterdamse collectie. In haar studie ‘Housing design and society in Amsterdam’ laat Nancy Stieber zien hoe belangrijk achter de schermen de interventies van Keppler waren in het proces van totstandkoming (o.a. pagina’s 211, 213).
pag. 67 – ‘Ik kreeg Zaterdagmiddag … ’t Is nu verpoedeld’. Brief Keppler aan Wibaut, ongedateerd. Archief F.M. Wibaut, nr. 25-26, IISG.
pag. 67 – Ook de naam Salomon de Miranda, zestien jaar lang zijn wethouder, ontbreekt in dit boekje. Archief Arie Keppler, nr. 5, IISG.
pag. 68 –‘Groote ruzie tusschen dames … draagt een bril)’. Stadsarchief Amsterdam, gezinsrapport Van der Vegt, 5187-2667, dossier 427.
pag. 69 – ‘Zoontje Karst krijgt ruzie … gezamenlijk tegen den conciërge en zijn vrouw’. Stadsarchief Amsterdam, gezinsrapport Griffioen, 5187-2681, dossier 1014.
pag. 70 – ‘Heftige ruzie tusschen Mejuffrouw Van Kasteel … die in de finale in “katzwijm” valt’. Stadsarchief Amsterdam, gezinsrapport Van Kasteel, 5187-2805, dossier 147.
pag. 70 – In de ogen van de politie zelf… Er is een ontnuchterende briefwisseling bewaard gebleven tussen de Woningdienst en de politie naar aanleiding van een dreigend handgemeen in Zeeburgerdorp. De hoofdinspecteur zag geen gronden om extra aandacht te besteden aan Asterdorp en Zeeburgerdorp, al beweerde de Woningdienst dat het in deze twee dorpen allemaal erger was dan in aanpalende buurten. (Briefwisseling Woningdienst-politie uit 1939, Stadsarchief Amsterdam, 5293, dossier 136sw – zie eerste noot bij de inleiding).
pag. 70 – ‘Groote ruzie tusschen de echtgenooten; de man is zeer jaloersch op zijn jonge vrouw en slaat haar dan ongemotiveerd’. Stadsarchief Amsterdam, gezinsrapport Visjager, 5187-2506, dossier 408.
pag. 71/72 – ‘De vrouw geeft graag geld uit, de man moet telkens het gat weer weer dichten’ et cetera. Stadsarchief Amsterdam, gezinsrapport Reesen, 5187-2973, dossier 178.
pag. 72 – ‘Allen huichelachtig, niet dom. Man en vrouw denken door brutaal en bruut optreden angst in te boezemen en daardoor wat te bereiken’. Stadsarchief Amsterdam, brief directeur Woningdienst 3 augustus 1939, 5293, dossier 136sw.
pag. 73 – ‘Mej. Sluyter heeft steeds onaangenaamheden… wat niet eens gelukte’. Stadsarchief Amsterdam, gezinsrapport Sluyter, 5187-1574, dossier 367. Het gezin Sluyter (met acht kinderen) woonde op nummer 10 van augustus 1927 tot april 1929.
pag. 74 – ‘Onaangenaamheden van Mej. Goedhart… toestand opmerkzaam maken’. Stadsarchief Amsterdam, gezinsrapport Goedhart, 5187-1574, dossier 367. Het gezin Goedhart woonde op nummer 9.
pag. 74 – ‘Zit ook wel tusschen de slechtste soort bewoners van Asterdorp in. Kinderen worden goed onderhouden maar komen bijna nooit op straat’. Idem.
pag. 74/75 – ‘Het gezin woont hier ruim twee jaar… Toch proberen. Opgegeven voor overplaatsing’. Stadsarchief Amsterdam, gezinsrapport Groen, 5187-1574, dossier 367. Het gezin Groen woonde op nummer 26.
pag. 75 – ‘het zoo gezellig mogelijk voor hem te maken, dan lukt het misschien wel hem thuis te houden’ et cetera. Gezinsrapport Servais.
pag. 77/78 – ‘Langzamerhand is de boel… weinig met buren’. Stadsarchief Amsterdam, gezinsrapport Bijdemast, 5187-1810, dossier 1040.
pag. 78 – ‘Moeder De Haze wordt er wel van verdacht te veel koffievisite te ontvangen’. Stadsarchief Amsterdam, gezinsrapport De Haze, 5187-1577, dossier 437.
pag. 78 – ‘Gezin netjes. Te netjes… niet verdragen’. Stadsarchief Amsterdam, gezinsrapport Waterman, 5187-1810, dossier 1040A .
pag. 78 – ‘onder bijzonder toezicht van de opzichteres zal staan’. Gezinsrapport Groen.
pag. 78 – ‘Hoe is de verzorging van het beddegoed… heeft men andere liefhebberijen?’ ‘Vragenlijst voor nazorg asocialen’, eigen archief.
pag. 79 – ‘Bij huisbezoek blijkt dat de woonkamer-keuken… in z’n oorspronkelijke toestand teruggebracht’. Stadsarchief Amsterdam, gezinsrapport De Roover, 5187-1577, dossier 437.
pag. 79 – Het tussenschot van De Roover werd al snel een rage bij de buren… Stadsarchief Amsterdam, gezinsrapport Oedekerk, 5187-1577, dossier 442.
pag. 79 – … dagblad van de Communistische Partij Holland, er direct melding van maakte. De Tribune, 3 juli 1928.
5. Voorzitter Groenteman
pag. 81 – ‘In het Asterdorp is een Buurtvereeniging … secretariaat is gevestigd: Asterdorp no. 5’. De Tribune, 3 juli 1928.
pag. 81 – …waar is hij wegens huurschuld werd uitgezet, wat hem ontoelaatbaar maakte. Stadsarchief Amsterdam, gezinsrapport Groenteman, 5187-1788, dossier 445.
pag. 81/82 – ‘Geven met verschuldigde eerbied te kennen… dat er verschillende grieven bestaan ten opzichte der Gemeentewoningen Asterdorp…’. Stadsarchief Amsterdam, 5187-1381, dossier 659A.
pag. 82 – ‘Armoede is misdaad, een noodkreet uit het Asterdorp (Over het IJ) te Amsterdam’. De Tribune, 27 januari 1928.
pag. 82 – ‘Het Asterdorp is een hel voor werkloozen’. De Tribune, 11 februari 1928.
pag. 83 – ‘Men drukt de menschen nog dieper… te berispen en te vernederen’. De Tribune, 24 juli 1928.
pag. 83/84 – ‘Schrijver noemde de menschen ‘ontoelaatbaren’… gij hebt hun nu dien leelijken naam gegeven’. De Tribune, 3 juli 1928.
pag. 85 – ‘De in allerlei opzicht zoo slecht bedeelde kinderen… een uitstekende Jazz-band’. De Tribune, 26 september 1928.
pag. 85/86 – ‘Is volkomen ongegrond. De geringe hoogte van de woningen en van de afsluitmuurtjes maakt ontkomen, bij eventuele versperring van de poort, zeer gemakkelijk’. Stadsarchief Amsterdam, 5187-1385, document 659.
pag. 86 – ‘menschen die voor het meerendeel als psychopaath gequalificeerd moeten worden’. Idem.
pag. 86 – ‘Mej. Moffie (115) komt ons mededeelen… niet uit hun naam is dat het bestuur van de vereeniging “De Lelie” spreekt’. Dagboek Frenkel, Stadsarchief Amsterdam, 5187-1405, dossier 1092.
pag. 87 – … als mondelinge toelichting mee dat verplicht wassen en baden zo’n voorschrift was. Keppler, 1929, pagina 26.
pag. 87 – ‘De verplichting van het wasch- en badhuis is niet gemaakt… Dit sloeg in’. Dagboek Frenkel.
pag. 87 – ‘Wij bewoners van het Asterdorp, wenschen bij het openen het Bad- en Waschhuis feestelijk te willen inhuldigen. En ook het a.s. Nicolaasfeest voor onze kinderen’. Idem, bijlage.
pag. 87/88 – ‘Door de gulheid van deze dames werd een fout begaan… de jumpers reeds gedragen en half versleten waren’. Keppler, 1929, pagina 46.
pag. 88 – …op 2 januari 1929 was het afgelopen met de breiclub. Stadsarchief Amsterdam, gezinsrapport Cosman, 5187-1996, dossier 86.
pag. 88/89 – ‘Hem meteen eens ernstig gewaarschuwd, dat hij bezig is zijn gezin ongelukkig te maken. Als hij blijft stoken en opruien, zal hij zoo spoedig mogelijk worden verwijderd’. Gezinsrapport Groenteman.
pag. 89 – ‘Toen de voorzitter Groentenman de vergadering opende… eensgezind te strijden in het belang der bewoners’. De Tribune, 5 december 1928.
pag. 90 – ‘De bemoeizucht van die opzichteresse… dat kinderen op straat hun boterham eten’. Gemeenteblad 1928, afdeling II, pagina 1567 e.v.
pag. 90 – ‘De pers, die den onsymphatieken naam van “ontoelaatbare gezinnen” aan het publiek had overgeleverd en daardoor de Tehuizen impopulair had gemaakt…’. Keppler, 1929, pagina 29.
pag. 90 – Zeker is dat op zowel Zeeburgerdorp als Asterdorp de klazen en pieten… Idem, pagina 49.
pag. 90/91 – ‘Bijna tweehonderd kleuters zaten in keurige rijen… in hun heerlijke Sinterklaas-droomen hadden gezien’. Het Volk, 10 december 1928.
6. De zinkput en de hyperasocialen
pag. 95 – ‘Op 8 december 1930 was het 25 jaren geleden… de zilveren medaille der stad’. Stadsarchief Amsterdam, 5187-1984, dossier 521.
pag. 96 – ‘F is de financiële afdeeling van het Stadhuis… Waar de jubilaris veel zorgen, maar ook vreugde aan had’. Archief Arie Keppler, nr. 14, IISG.
pag. 96 – ‘Critiek is hem niet gespaard gebleven… en ook thans is hij dat nog niet’. Algemeen Handelsblad, 9 december 1930.
pag. 96 – ‘Tot de “groote verdienste” van dezen sociaal-fascist… Moreel worden de menschen er vermoord’. De Tribune, 11 december 1930.
pag. 97 – ‘heel goed werk, waardoor vele gezinnen… misdeelden heeft gedaan’. Het Volk, 9 december 1930.
pag. 98 – ‘Als een klein bewijs … door deze kinderen kon worden afgeleverd.’ Verslag over 1927 en 1928 van Subcommissie II, Stadsarchief Amsterdam, 5187-1595, dossier 875.
pag. 98 – ‘op den duur behoefte zal hebben aan een soort ‘zinkput’’. Idem, verslag bijeenkomst 8 april 1929.
pag. 99 – ‘Het verblijven in deze laatste inrichting… het verblijf aldaar zal afschrikken.’ Stadsarchief Amsterdam, 5187-1569 document 199, brief 19 februari 1929.
pag. 100 – ‘Zij wijken op velerlei gebied af… rust en opgewektheid wordt verkregen.’ Idem, brief 27 maart 1929.
pag. 102 – Alle drie bewaard gebleven nummers van de Dorpskrant… De drie Dorpskranten bevinden zich in het IISG, dossiermap ZDK 17109.
pag. 102 – …het nachtelijk ophangen van straatnaambordjes in Asterdorp genoemd. Algemeen Handelsblad, 16 juli 1930.
pag. 104 – ‘Dinsdagavond hebben wij weer een filmavond… moeten dit schriftelijk bij de secretaris melden.’ De Tribune, 6 februari 1930.
pag. 104 – wellicht had het raadsadres van de semicommunistische Algemeenen Amsterdamschen Huurdersbond wel succes. Stadsarchief Amsterdam, 5187-1779, document 346.
pag. 104/105 – ‘Door zijn ligging en inrichting… dan geheel weggenomen is.’ Idem.
pag. 105 – ‘…den opgeschoten jongens… achtergesteld zal worden.’ Idem.
pag. 105 – In De Telegraaf verscheen een getekend verslagje door Jo Spier. De Telegraaf, 26 februari 1929, tweede blad, pagina 5.
pag 105/106 – ‘Er kwam een rijke Amerikaan… in een rij aangekleed en op een rij kwamen ze terug.’ Gesprek met mevrouw H. Hofman-Olivier, april 1984.
pag. 106/107 – ‘Het was crisistijd…. die kinderen in de Jordaan en op Kattenburg en Oostenburg, die hadden eigenlijk minder dan wij.’ Idem.
pag. 107 – ‘Rabbijn Sarlouis sprak de bewoners… ging ’n ieder na afloop met een pak nuttige kleeding naar huis.’ Nieuw Israëlitisch Weekblad, 3 januari 1930, pagina 16.
pag. 107 – ‘Hij is evenwel niet te bewegen… ‘U hoeft niet voor mijn vrouw te zorgen!” Gezinsrapport Viskoper, notities over de periode augustus-november 1929.
pag. 108 – ‘Maatschappelijke Steun Van der Pekstraat opgebeld… voor f. 5.- aan het gezin besteed worden.’ Idem.
pag 109 – In de nacht van 10 op 11 februari hield een politieagent de wacht onder de poort. Gezinsrapport Viskoper, notitie 10 februari 1931.
7. Het verlies van De Miranda
pag. 111 – Ze was in een ‘bezinkingsklas’ geplaatst en elke ochtend bracht De Miranda haar naar dat klasje. Borrie, 1993, pagina 185.
pag. 112 – Hij onderstreepte dit bedrag. Stadsarchief Amsterdam, 5187-2002, dossier 1068, ongedateerde bijlage.
pag. 112 – …een stijgend aantal weigeringen van de geselecteerde gezinnen. Eind 1931 stonden in Asterdorp 65 van de 132 huisjes leeg. In Zeeburgerdorp 3 van de 55.
pag. 113 – …een tweede entree (bij huisje 30) te laten maken en de naam Asterdorp op te heffen. Stadsarchief Amsterdam, 5187-2002, dossier 1068.
pag. 113 – ‘In aansluiting hiermede [de reorganisatie van Asterdorp]… Ik verzoek U in deze richting maatregelen te nemen.’ Idem.
pag. 113 – …wanneer je het verslag van de besloten bijeenkomst leest. Idem, notulen Vergadering van de Commissie van Advies bij het beheer der gemeentewoningen op dinsdag 31 mei 1932.
pag. 114 – …oneens met Keppler en wilde per direct van Asterdorp een gewone woonwijk maken. Verder waren aanwezig de heren Bossenbroek, Carels, Everts en mevrouw Wessendorp, de secretaris van de commissie.
pag. 114 – Zij zag immers hoeveel moeite het de kinderen kostte om – eenmaal veertien jaar oud – een baantje te vinden. De leerplicht gold van 6 tot en met 12 jaar en werken was toegestaan vanaf het 14e jaar. Zeker in grote gezinnen was het toen gebruikelijk dat de kinderen zodra ze 14 werden, gingen werken om op die manier het gezinsinkomen te verhogen.
pag. 116 – Flora de Miranda was 76 jaar toen ik haar sprak in 1983. Flora de Miranda leefde van 1907 tot 1989. Het interview vond plaats op 16 juni 1983 in haar woning aan het Olympiaplein.
pag. 116 – ‘Mijn moeder was helemaal niet lang. Ze was sterk, ze had een knotje, stond rechtop en keek je recht aan. Daardoor leek ze lang.’ Gesprek met Hannie Raaff, 6 september 2014.
pag. 117 – ‘Eerst werkte ik onder mevrouw Van den Berg, maar die verdween in 1929’ Niet te verwarren met haar naamgenote die het katholieke kinderwerk verzorgde.
8. Schaamte en zorg
pag. 121 – ‘voortaan van gemeentewege geen sigaren en sigaretten meer te verstrekken bij vergaderingen en besprekingen.’ Brief van burgemeester De Vlugt van 8 augustus 1933 aan alle directeuren van Diensten, Stadsarchief Amsterdam, 5187-2338, dossier 729.
pag. 121 – ‘Ik zat op een katholieke school… En klompen, dat hadden de andere kinderen ook niet.’ Aan de allerarmste kinderen in de leerplichtige leeftijd verstrekte de afdeling Maatschappelijke Steun gratis eenvoudige kleding. Zwarte bovenkleding en klompen maakten hier deel van uit. In de volksmond werden dit ‘schoolkleren’ genoemd.
pag. 121 – Een grote sterke man, die sprak met duidelijke woorden in korte zinnen. Het gesprek met het echtpaar Welman vond plaats op 21 april 1984 in Tuindorp Oostzaan.
pag. 123 – ‘Ik was de enige van Asterdorp in de klas, vreselijk.’ Het gesprek met mevrouw Lamberts vond plaats op 19 april 1984 in Koog aan de Zaan.
pag. 123 – ‘De bewoning is slordig. Vrouw altijd bij buren.’ Stadsarchief Amsterdam, gezinsrapport Lamberts, 5187-3137, dossier 240/2.
pag. 124 – ‘…Ook heeft men schuld bij diverse leveranciers als bakker en melkboer.’ Idem.
pag. 124 – ‘…Dit gezin heeft zich, sinds de man het geld beheert, heelemaal opgewerkt.’ Idem.
pag. 124 – ‘…en dan vroeg ze of Arie onder de poort Tiritomba wou zingen.’ Tiritomba is een klassieke Italiaanse meezinger. Vooral de uitvoering van de populaire Duitse zanger Joseph Schmidt was geliefd onder arbeiders. In de jaren dertig reed Schmidt in een open karos door de Jordaan, Tiritomba en andere aria’s zingend (bron: Ons Amsterdam, mei 2015).
pag. 124/125 – ‘Mej. Viskoper weer thuis, zij is nog niet hersteld, zal wel sukkelen blijven, is t.b.c. patiënte.’ Gezinsrapport Viskoper.
pag. 125 – ‘…Hij had voor haar een soort schommelstoel gemaakt.’ Gesprek mevrouw Veldhuizen, 2 mei 1984 in Tuindorp Oostzaan.
pag. 125 – ‘Juffrouw voor de huisverzorging komt geregeld wasschen in het badhuis. Het brengt het heele gezin wat hooger op, alles ziet er nu netjes uit.’ Gezinsrapport Viskoper.
pag. 125 – ‘Hij wil dat zij op Joodsche wijze wordt behandeld als zij sterft en dan niet omringd is door Christenvrouwen.’ Idem.
pag. 126 – ‘Man en vrouw gebruiken nog al eens sterken drank, maar blijven rustig.’ Stadsarchief Amsterdam, gezinsrapport Wriede, 5187-3409, dossier 56/6.
pag.126/127 – ‘13 november 1933: Kinderpolitie… een gevoelvol gedicht gemaakt, hetwelk Antoon Wriede zal voordragen.’ Idem, integraal deel van november 1933 tot half juni 1934.
pag. 128 – Ze woonde nog op Groot Hemelrijk, aan het begin van de Singel. Nu staat hier het Sonestahotel.
pag. 129 – ‘…Ik kon toch niet laten bij het afgaan van de onbeschrijflijk vuile trap te zeggen: “dag juffrouw tot later”!’ Gezinsrapport Van Kasteel, passage ‘rapport bij opname.’
pag. 130 – ‘Ik praatte toen altijd op zo’n manier tegen mijn moeder, dat ze me kon begrijpen.’ Gesprek met Hil Olivier, 25 april 1984.
pag. 130 – ‘Mejuffrouw Olivier is overgelukkig, maar nu het er echt op aan komt is zij toch wel een beetje onwennig, zij woont hier ook al bijna acht jaar.’ Stadsarchief Amsterdam, gezinsrapport Olivier, 5187-2833, dossier 878
pag. 131 – ‘Mejuffrouw Thomas komt hulp vragen…Zij kan dit echter van f. 5.50 steun niet betalen.’ Stadsarchief Amsterdam, gezinsrapport Thomas, 5187-1788, dossier 445.
pag. 131/132 – ‘Daar U wegens ouderdom en zwakte niet meer in staat zijt Uzelf en de woning te onderhouden… om opgenomen te worden in het Verzorgingshuis voor Ouden van Dagen in de Roeterstraat.’ Stadsarchief Amsterdam, 5293, dossier 136sw, brief 10 juli 1934 (zie noot 1 bij hoofdstuk 1).
pag. 132 – …ruime, nieuwe woningen gebouwd die echter aan de prijs waren: de huur bedroeg tussen de zeven en negen gulden per week. Onder deze projectontwikkelaars bevonden zich overigens ook gemeenteraadsleden van de S.D.A.P. Zo zat Zeeger Gulden in de fractie van de S.D.A.P. en bouwde tegelijk voor eigen rekening en risico woningen in onder andere de Indische Buurt.
pag. 133 – ‘…Goed soort mensen,’ staat aan het begin van het rapport. Stadsarchief Amsterdam, gezinsrapport Bosman, 5187-2995, dossier 836.
pag. 134 – ‘…Het zijn zulke keurige menschen, die hier heelemaal niet hooren.’ Stadsarchief Amsterdam, gezinsrapport De Vries, 5187-3137, dossier 240/6.
pag. 134 – ‘…Alles is keurig in orde en men mag overgeplaatst worden.’ Stadsarchief Amsterdam, gezinsrapport Van der Hoek, 5187-2667, dossier 427.
pag. 134 – ‘…Niet bepaald een a-sociaal geval, hoewel men woning in Asterdorp wel accepteren zal, met het oog op a.s. bevalling.’ Stadsarchief Amsterdam, gezinsrapport Van der Wel, 5187-2681, dossier 2010.
pag. 134 – ‘Een paardenmiddel hetwelk bovendien averechts zou werken. Het gezin valt dan helemaal uit elkaar en men kweekt op die wijze bedelaars.’ Stadsarchief Amsterdam, 1587-2974 dossier 234, notulen Subcommissie II d.d. 25 januari 1937.
pag. 135 – ‘Viskoper laat zijn wasch niet meer in het waschhuis wasschen door huisverzorgster, hij heeft een electrische waschmachine gekocht.’ Gezinsrapport Viskoper.
pag. 135 – ‘Met enige vriendjes was de kleine Jozef naar het eind van den Asterweg gewandeld…. Maar de jongens waagden zich steeds wat verder…’ De Telegraaf, 14 juni 1937.
pag. 135 – ‘Als het mooi weer was, gingen we daar altijd zwemmen… en duiken en zo, en daar was Jopie naar toe gelopen…’ Gesprek Saskia van den Heuvel met Dien van der Ploeg, april 2015.
pag. 135 – ‘…eerst na een halfuur duiken en dreggen haalde de dertigjarige hulpbesteller der Posterijen G. Koopman het jongetje boven water…’ De Telegraaf, 14 juni 1937.
pag. 136 – Het was f. 8.72. Gezinsrapport Viskoper.
9. De macht van de administratie
pag. 138 – In 1934 had Keppler een verzoek om op te stappen (omdat hij niet meer fit zou zijn) afgewimpeld en daarmee was het wat De Miranda betreft over en sluiten. Brief Keppler aan Burgemeester De Vlugt, december 1936, Archief Arie Keppler, nr. 2, IISG.
pag. 138 – ‘Ik stel U voor,’ zo schreef hij aan De Miranda, ‘dat woord uit te spreken aan een eenvoudige lunch, welke het gemeentebestuur op den dag van de opening van de tentoonstelling aan de juryleden aanbiedt.’ Stadsarchief Amsterdam, 5187-2678, dossier 903, brief 30 september 1935.
pag. 138 – ‘er geen bezwaar tegen, dat daarna op eenvoudige wijze door Uw eigen personeel een kop thee wordt geschonken.’ Idem, brief 3 oktober 1935.
pag. 141 – ‘Met nadruk wijst de Directeur er op, dat hij niet kan hebben het gevoel, dat zijn Dienst ondermijnd wordt… Met een aansporing het werk met opgewektheid voort te zetten, sloot de Directeur de bijeenkomst.’ Stadsarchief Amsterdam, 5187-1569, dossier 184.
pag. 142 – Het hielp haar niet, ze moest uiteindelijk zelfs op het matje komen bij de wethouder. Idem, dossier 199
pag. 142 – …dat een directeur over de inzet van personeel beslist en niet een wethouder. Archief Keppler, nr. 2 IISG. De brief betreft een concept, het is niet zeker of Keppler deze brief ook exact zo verstuurd heeft.
pag. 143 – De bovenste van deze twee lagen bestond uit ruim 6600 ‘woningen voor valide arbeiders.’ Deze indeling en termen zijn afkomstig uit de jaarlijkse leegstandstellingen van de Gemeentelijke Woningdienst. Stadsarchief Amsterdam, 5187-3262.
pag. 143 – Deze beleidslijn lag overigens nergens vast maar was gegroeid in de ambtelijke praktijk en vervolgens met ijzeren hand toegepast. Een ander voorbeeld van door uitvoerende ambtenaren bedacht beleid is de ‘voorwaardelijke overplaatsing’ van gezinnen uit Asterdorp naar een normale gemeentewoning. Dit was niet op afspraken of duidelijke gronden gestoeld, maar maakte wel dat het gezin vermoedelijk iets nauwkeuriger werd gevolgd dan een gezin dat ‘gewoon’ werd overgeplaatst. Bron: registratiekaarten R551 (De Vries, 1937), R243 (De Klerk 1938) en R122 (Penninx 1937) in combinatie met hun gezinsrapporten (in eigen bezit).
pag. 144 – …hoe ouders en kinderen er psychisch en fysiek aan toe waren, en of de sfeer ruzieachtig was. Rapport inzake “De huisvesting van krotbewoners” van de Nationale Woningraad, het Nederlands Instituut voor Volkshuisvesting en Stedebouw en de Algemene Bond van Woningbouwverenigingen, door M. Moltzer e.a. Amsterdam, 1932, pagina 63
pag. 144 – Inkomsten van kinderen telden mee, hoewel de Woningdienst hier een andere, knap ingewikkelde interpretatie op na hield dan het Rijk. Deze rekenmethode (waarbij grofweg de inkomens van de kinderen maar half meetelden) en de discussie hierover met het Rijk in 1931, is te vinden in het Stadsarchief 5187-1984, dossier 533.
pag. 145 – Wel nieuw was het toenemende belang dat gemeenten hechten aan het in de pas lopen met de rijksregels, dankzij die jaarlijkse rijksbijdragen als beloning. Voor Asterdorp bedroeg de jaarlijkse rijksbijdrage maximaal f. 4.900.
pag. 146 – ‘Onder het hoofd Tram- en bootgelden zijn verantwoord de uitgaven voor verplaatsing van ambtenaren, die in het Asterdorp voor dienstzaken moet zijn.’ Briefwisseling gemeente Amsterdam en ministerie van Arbeid, Handel en Nijverheid, januari 1930. Stadsarchief Amsterdam, 5187-1606.
pag. 148 – Voor drie van de vier andere directeuren op leeftijd maakte het College een uitzondering (‘B&W zijn namelijk van oordeel dat het belang van de gemeente zich tegen het ontslag verzet’) maar toen Kepplers naam viel, stak niemand zijn hand op. Nieuwe Rotterdamsche Courant, 6 december 1936. Wel 60+ maar niet ontslagen werden Keulemans, directeur voor Maatschappelijke Steun, en Van der Horst, directeur Gasfabrieken. Directeur Van Royen van Gemeente-waterleidingen werd officieel wel ontslagen maar direct daarop als adviseur weer in dienst genomen.
pag. 148 – ‘…Niet bij de pakken neer gaan zitten. Studeren blijven, dat voorkomt piekeren.’ Archief Arie Keppler, nr. 2, IISG. Briefkaart 7 december 1936.
pag. 148 – ‘…Amsterdam kan Uw stuwende kracht ook in dezen tijd m.i. niet missen.’ Archief Arie Keppler, nr. 2, IISG. Briefkaart 18 december 1936.
pag. 149 – ‘Ondergetekende, A. Keppler, directeur van den Gemeentelijken Woningdienst… Hij is bereid dat met cijfers aan te toonen. DeDirGWD.’ Archief Arie Keppler, nr. 2, IISG.
pag. 149 – ‘Ik geef U alsnog het volgende in overweging: … vraagt bij de Kroon vernietiging van het Raadsbesluit.’ Idem.
pag. 150 – ‘In de laatste jaren hebben mijne voorstellen… de neiging ging ontstaan juist datgene voor te stellen wat ik niet wenschte.’ Idem.
pag. 150 – ‘…Het zou bovendien een flinke tegenzet zijn, tegen het optreden van Burgemeester en Wethouders en van den Gemeenteraad. Denk er eens over.’ Archief Arie Keppler, nr.2, IISG.
pag. 150/151 – ‘Amice,’ staat er in grote bibberletters boven, ‘zooals gij in de krant hebt gelezen… Die dienst is met mij gegroeid en is mij lief.’ Idem.
pag. 151 – ‘…de lichte muze te Parijs.’ Nieuwe Rotterdamsche Courant, 29 juni 1937.
pag. 151 – ‘Directeur Keppler is van verschillende zijden,… ook de boven hem geplaatsten niet ontzag.’ Algemeen Handelsblad, 19 juni 1937.
pag. 151 – ‘Dat heeft de heer Keppler op hoogen prijs gesteld.’ Idem, 1 juli 1937.
pag. 151 – ‘Bloemen afscheid Keppler: f. 6,50.’ Stadsarchief Amsterdam, 289-44.
pag. 152 – ‘Deze worden als het ware gestempeld en hebben in hun verdere leven slechts onverkwikkelijke jeugdherinneringen.’ Stadsarchief Amsterdam, 5187-2974, dossier 234. Notulen Subcommissie II van 25 januari 1937.
10. Omzien
pag. 154 – ‘Huilt zonder tranen. Het pak van Nelis is gestolen terwijl zij weg was. Zal het waarschijnlijk zelf wel beleend hebben.’ Gezinsrapport Olivier.
pag. 154 – …spoedde hij zich in de pauze naar de conciërge ‘om den voetbal te leen te vragen.’ Idem.
pag. 155 – ‘…Man zegt er niet eerder vandaan te willen, dan wanneer het dorp gesloopt wordt.’ Stadsarchief Amsterdam, gezinsrapport Janbroers, 5187-3262, dossier 56/6.
pag. 156 – …adviseerde om dit gezin over te slaan bij het traditionele uitdelen van kleren en speelgoed rond de kerstdagen. Stadsarchief Amsterdam, gezinsrapport Raat, 5187-3409, dossier 56/7.
pag. 156 – Ook ‘Liefdadigheid naar Vermogen’ werd – wederom desgevraagd – afgeraden om dit gezin te ondersteunen. Een gerespecteerd particulier genootschap dat arme gezinnen bijstond.
pag. 156 – ‘Tini is een flinke meid geworden, die geregeld werkt.’ Gezinsrapport Raat.
pag. 161 – …en dan had je nog de overige gezinnen (37) waar eigenlijk niets mee aan de hand was. Stadsarchief Amsterdam, 5187-2977, dossier 385.
pag. 161/162 – ‘…De Subcommissie hoopt den Directeur in de vervulling van die taak zooveel mogelijk te kunnen bijstaan.’ Stadsarchief Amsterdam, 5187-2997, dossier 873. Notulen Subcommissie III van 9 november 1937.
pag. 162 – ‘doch de fout is begrijpelijk, omdat men voor een volkomen nieuw probleem stond.’ Stadsarchief Amsterdam, 5187-2974, dossier 234.
pag. 162 – De opvoedkundige ambities waren te duur en te betuttelend; de materiële verbetering volstond. In ‘De Nieuwe Mens’ (pagina 157) beschrijft Auke van der Woud aan de hand van het ingrijpend opknappen van een verworden grachtje in de Jordaan, hoe materiële verbetering op zich leidt tot een aangepaste, nettere leefwijze. Na demping van de Goudsbloemgracht en de bouw van nieuwe huizen, verminderde het onzedelijke en ruige leven aldaar: kinderen gingen weer naar school, rumoer verstomde, mensen ‘schikten zich in de nieuwe orde van zaken’ (citaat uit ‘Het bouwen van arbeiderswoningen,’ door S. Sr. Coronel, verschenen in 1875 in De Economist, p. 527).
pag. 162 –Dat ook Asterdorpers wasmachines en platenspelers aanschaften en graag taartjes gingen eten bij een ‘lunchroom’ in de ‘city’, waren tekenen aan de moderne wand. De taartjes van mevrouw Reesen en de elektrische wasmachine van Mozes Viskoper kwamen we al eerder tegen, de platenspeler van W. Terpstra van nummer 78 nog niet. Ten tijde van de spanningen tussen communisten en sociaal-democraten zette Terpstra af en toe zijn grammofoon in het raamkozijn. Hij legde er dan een langspeelplaat op met toespraken van de communistische voorman Louis de Visser zodat iedereen mee kon luisteren. Bron: De Tribune, 11 mei 1929.
pag. 165 – ‘de heropvoeding in dergelijke verblijven niet lukte.’ De Regt, p. 237.
pag. 165 – ‘een categorie mensen naar voren, die daarvoor nooit als zodanig was opgevallen, namelijk de ‘sociaal-zwakkeren’.’ De Regt, p. 204.
pag. 168 – De succesvolle bewoning van 26 duizend gemeente- en corporatiewoningen. Peiljaar 1931. Tot 1940 groeide het totaal aantal sociale huurwoningen in Amsterdam door tot 32.950. In bijgaande tabel worden de woningen gesplitst naar ontwikkelaar en naar periode.
corporaties | gemeente | |
1909-1919 | 5394 | 756 |
1919-1929 | 10325 | 7305 |
1929-1939 | 6242 | 2928 |
21961 | 10989 | |
De belangrijkste bijdrage aan de nieuwbouw in Amsterdam leverden in deze decennia overigens de particuliere bouwers met 78.627 huurwoningen.
pag. 168 – Door een minderheid te isoleren, heeft Keppler de grote meerderheid tevreden gesteld. Jan Rath legt in “De tegenbedoelde effecten van de geleide integratie van ‘etnische minderheden’” uit hoe het proces verloopt waarbij een kleine groep apart wordt bestempeld. Minorisering, noemt hij dat. ‘In Nederland echter is de constructie van de gemeenschap bovenal en op de eerste plaats gebaseerd op het geven van betekenis aan sociaal-culturele kenmerken. Het gaat met name om dìè kenmerken, dìè elementen van iemands levenswijze, die verondersteld worden repercussies te hebben voor het publieke domein. Zo worden de leden verondersteld een zekere mate van ordelijkheid, netheid en hygiëne aan de dag te leggen, zowel persoonlijk als wat de directe leefomgeving betreft; de woning goed te onderhouden; niet luidruchtig te zijn; conflicten niet met geweld te beslechten; zich te onthouden van crimineel gedrag; geen misbruik te maken van drank of drugs; goed te budgetteren; gezonde eetgewoonten te hebben, een goed arbeidsethos en fatsoenlijke omgangsvormen; de Nederlandse taal behoorlijk te spreken; goed voor de kinderen te zorgen, dus hen op tijd naar bed te sturen en hun onderwijs te stimuleren; enzovoorts. (…) In de praktijk werkt het steeds zo dat de groepen die politiek en economisch sterk zijn, een onevenredig zwaar stempel op dit proces drukken, met als resultaat dat hun – wat ik maar noem – burgerlijke levenswijze als standaard geldt. Deze specifieke manier van betekenisgeving doet de bevolking ideologisch uiteenvallen in categorieën die wel of juist niet die levenswijze erop nahouden. Zo ontstaan een ‘meerderheid’ en een aantal ‘minderheden’. Dit op zichzelf neutrale en beschrijvende proces wordt aangeduid met de term minorisering. Laat duidelijk zijn dat minorisering betrekking heeft op de gehele bevolking. Maar er gebeurt meer. Mensen worden niet alleen systematisch gecategoriseerd, maar ook beoordeeld op de mate waarin zij zich conformeren aan die ‘ideale’ levenswijze. Degenen die zich niet adequaat conformeren en die bovendien tot de laagste sociale klassen behoren, worden ideologisch voorgesteld als probleemgevallen. Hun levenswijze wordt gezien als achterlijk, pre-industrieel en niet passend in de Westerse beschaving.’ En in plaats van dat deze groep erop vooruit gaat, wordt ze door de isolatie en het stigma juist dieper de put in geholpen, voegt Rath daar aan toe. (Bron: Beleid en Maatschappij, 19 (5), september/oktober, pp. 252-265, 1992).
pag. 168 – Dat blijkt ondermeer uit een overzicht van motieven voor plaatsing op Asterdorp. Stadsarchief Amsterdam, 5187-3581, dossier 557, bijlage B. De cijfers hebben betrekking op 1 september 1938.
pag. 169 – …het Rijk had begin 1938 juist een grote actie ontketend om deze spilzucht te stoppen. Stadsarchief Amsterdam, 5187-3140, dossier 302: ‘Onderzoek naar de inkomens van bewoners van woningwetwoningen.’
pag. 170 – ‘Het gesignaleerde euvel is niet van zoodanigen omvang, dat ten aanzien van de tegenwoordige huurders reeds dadelijk maatregelen moeten worden getroffen.’ Idem, brief Van der Kaa 18 april 1939 aan B&W van Amsterdam.
pag. 170 – Het leek haar ‘een aardige, nette vrouw,’ deze Duitse dienstbode. Gezinsrapport Viskoper.
pag. 171 – Flipse vroeg en kreeg nu toestemming van de wethouder om het gezin Viskoper met voorrang te mogen plaatsen. Stadsarchief Amsterdam, 5187-3308, dossier 443.
11. Het bittere slot
pag. 172 – ’Knappe bewoning; aardige kinderen.’ Stadsarchief Amsterdam, gezinsrapport De Haan, 5187-3262, dossier 56.
pag. 172/173 – ‘Zij zijn zóó blij met hun nieuwe huis en beloven alles goed in orde te zullen maken en houden. Woning wordt netjes achtergelaten en alle sleutels ingeleverd.’ Stadsarchief Amsterdam, gezinsrapport Burrichter, 5187-3262, dossier 56.
pag. 173 – ‘Hartewensch van het “Asterdorp”: Weg uit dezen rommel!’ Het Nationale Dagblad, 17 december 1940.
pag. 174 – ‘Geen wonder want het is door een Joodse architect ontworpen. Het geheel lijkt wel een gevangenis.’ ‘eines Marokkaner Dorfes, kein Wunder, da es von einem jüdischen Architekten entworfen und gebaut wurde. Die Anlage an sich gleicht ausserdem einem Gefängnishof.’ Archief NIOD. Brief van de Beauftragte voor de Provincie Noord-Holland aan Reichskommissar Seys-Inquart, 19 december 1940
pag. 174 – Hij diende het augustus 1941 in bij zijn nieuwe wethouder, de NSB-er Neiszen. Stadsarchief Amsterdam, 5187-3581, dossier 557.
pag. 176 – ‘…het percentage Joodsche gezinnen van het totaal der gezinnen, wonende in woningen sub a) en b).’ Stadsarchief Amsterdam, 5187-3582, dossier 584.
pag. 176 – De wethouder regelde het geld en zeven maanden later lagen de cijfers op het stadhuis. De rekening van het onderzoek bedroeg f. 1167,32 en werd doorgestuurd naar de Joodse Raad. (Ottens, 1975, pagina 123).
pag. 177 – Een mooi bibliotheekje dat hij had achtergelaten voor Flipse. Dit bibliotheekje behoorde sindsdien tot de vaste inventaris van de kamer van de directeur van de Woningdienst (later Dienst Volkshuisvesting geheten). Eind jaren negentig zijn bij een verhuizing alle boeken weggegooid.
pag. 177 – In 1937 of 1938 deed hij aan een oude vriend een veelzeggende ontboezeming. Archief Keppler, IISG. Alleen een concept van de brief is bewaard gebleven en daar staan geen naam, adres of datum op. Het is dus ook mogelijk dat de brief niet verstuurd is.
pag. 177 – Op 3 april 1941 overleed Arie Keppler, 64 jaar oud. Zijn vrouw Josine Keppler-Berdenis van Berlekom zou hem ruim overleven. In 1984 overleed zij, twee weken voor haar 106e verjaardag. ‘Een zoete wraak’ noemde Egbert Ottens het in een gesprek: haar pensioen kwam namelijk al die jaren ten laste van de begroting van Amsterdam.
pag. 177 – Hij schreef een suïcidale brief die zijn dochter Flora deed ingrijpen. Stadsarchief Amsterdam, 139 sw. Niet geïnventariseerd, maakt onderdeel uit van het archief Gemeentelijke Woningdienst, nr. 5293.
pag. 178 – Geen wonder want de kogels lagen in de kinderkamer. Gesprek Hannie Raaff, dochter van Flora de Miranda.
pag. 178 – Zelf dacht hij aan antisemitisme als motief… Piet de Rooy schrijft op pagina 222 van zijn standaardwerk ‘De Geschiedenis van Amsterdam’: “De Miranda was bijvoorbeeld al bedreigd toen hij op 1 mei 1933 de rode vlag had uitgestoken. Een jaar later, op 8 mei 1934, werden ’s avonds om kwart over negen schoten gelost op zijn huis; de dag daarna gebeurde dat opnieuw. De dader werd niet gevonden dus ook het motief bleef onduidelijk, maar vermoed werd dat het om een uiting van anti-semitisme ging. De Miranda schreef in zijn dagboek: ‘Werk van de Nat.Social.? Stemming in deze buurt is wel vijandig’.”
pag. 179 – De Miranda stierf op 3 november 1942, 67 jaar oud. Jacq Presser was toen leraar op het Vossius-gymnasium. De Miranda’s jongste dochter Mona was een leerling van hem. Presser schreef haar een ontroerende condoléancebrief. ‘Eerlijk gezegd, heb ik lang, zéér lang geaarzeld: zou ik je een woordje schrijven of maar liever zwijgen? Onze condoléance-brieven, hoe echt ook gemeend, komen haast altijd neer op dezelfde machteloze betuigingen. Maar zwijgen vind ik nu toch het ergste van twee kwaden.” Presser komt te spreken over De Miranda. “Ik heb hem niet gekend, nimmer persoonlijk ontmoet. Maar wie heeft niet van hem gehoord? In de tijd, dat hij een van de belangrijkste posten bezette in onze stad, heeft dit Amsterdam, dat zijn warme, op kennis berustende liefde, op liefde berustende kennis had, gebloeid als slechts hier en daar in de Gouden Eeuw. Er komt nog eens een tijd, waarin een man als Vader zal worden geëerd als een voortreffelijk bestuurder, als een èchte regent, in de beste zin van dat woord: een dienaar van de gemeenschap in eenvoud en toewijding. Zo gezien, is het niet alleen joùw verlies, maar ook een beetje van ons allemaal, ook een beetje van wie hem helemaal niet hebben gekend en hem toch zò hebben gewaardeerd. Misschien maakt die gedachte het wat lichter voor jou, dit grote verdriet te dragen. Je toegenegen oud-leraar.’
(Brief van Jacq Presser op 17 november 1942 aan Mona de Miranda, jongste dochter van Monne de Miranda. Stadsarchief Amsterdam, 1257-22).
pag. 179 – …de eerdere afkeuring van het dorp als woonwijk deed niet meer ter zake. Besluit van de burgemeester, 17 april 1942. Stadsarchief Amsterdam, 5187-3659, dossier 179.
pag. 180 – Zolang Westerbork niet kon functioneren als doorgangskamp (de eerste transporten naar de vernietigingskampen in Polen zouden pas in juli 1942 plaatsvinden) was Asterdorp een nuttige aanvulling, een overloop. Zie ‘Koninkrijk der Nederlanden in de Tweede Wereldoorlog’ van dr. L. de Jong, deel V, pagina 1016 en verder.
pag. 180 – ‘De welstand der Joodsche gezinnen, die in het Asterdorp gehuisvest zullen worden, is nog niet bekend, evenmin als de huur, welke deze gezinnen zullen kunnen of moeten betalen.’ Brief Flipse aan wethouder Neisszen, 19 maart 1942, Stadsarchief Amsterdam, 5187-3659, dossier 179.
pag. 180 – …dat hij er niets voor voelde om de gewone huur van gemiddeld f. 3,30 te vragen. Brief 24 april 1942 van Flipse aan de Sicherheitzpolizei. Stadsarchief Amsterdam, 5187-3659, dossier 179, nr. 2286.
pag. 180 – Hij liet Van Marlen al snel weten dat hij ‘de vaststelling van de huurprijzen aan de Woningdienst wenscht over te laten.’ Mondeling overleg Wörlein en Van Marlen zoals vermeld in een brief van Flipse aan wethouder Neisszen op 9 mei 1942. Stadsarchief Amsterdam, 5187-3663, dossier 310.
pag. 181 – …woningen met een huur van f. 3,50 deden voortaan f. 4,60 per week, f. 3,- werd f. 3,75. Stadsarchief Amsterdam, 5187-3708, dossier 81.
pag. 181 – Dat vond Flipse logisch want de Joodse Raad was ‘belast met het onderbrengen van deze gezinnen.’ Brief Flipse aan wethouder Neiszen, 9 mei 1942, Stadsarchief Amsterdam, 5187-3663, dossier 310.
pag. 184 – Hij had het dorp niet meer nodig. Brief Wörlein aan burgemeester Voûte, 17 mei 1943, Stadsarchief Amsterdam, 5187-3712, dossier 358.
pag. 184 – Die aangewezen gezinnen zouden ‘bij toetsing aan de tot nu toe geldende normen uit hoofde van hun inkomen’ misschien niet voor een gemeentewoning in de Transvaalbuurt in aanmerking komen. Brief 1 september 1942 van wethouder Neiszen aan Flipse. Stadsarchief Amsterdam, 5187-3665, dossier 424.
pag. 184 – En dat zou moeilijkheden geven ‘bij het declareeren van de Rijksbijdrage.’ Idem.
pag. 185 – ‘Overeengekomen werd de commercieele huur of zoo deze te hoog zou zijn, de markthuur te vragen van de gezinnen, die aangewezen zullen worden voor de gemeentewoningen.’ Brief Flipse aan wethouder Neiszen, 29 september 1942. Stadsarchief Amsterdam, 5187-3665, dossier 455.
pag. 185 – De woningmarkt liet dat toe want er was weinig vraag naar goedkope woningen. ‘In Amsterdam doet zich de eigenaardigheid voor, dat er voor de verhuring van de zeer laag geprijsde woningen geen voldoende gegadigden zijn te vinden, die op grond van hun inkomen – in verband met de bestaande normen – voor deze woningen in aanmerking komen.’ Uit de brief van Flipse aan zijn wethouder, 4 oktober 1943. Stadsarchief Amsterdam, 5187-3715, dossier 578.
pag. 186 – ‘Met de vermelde huren kan ik mij vereenigen.’ Stadsarchief Amsterdam, 5187-3757, dossier 162.
pag. 186 – …een slag hoger dan van vergelijkbare woningen elders in de buurt. Omdat intussen alle woningen in de Transvaalbuurt gerenoveerd zijn, is de ‘oude’ huur nu niet meer zichtbaar. Na renovatie werden op objectieve gronden namelijk nieuwe huren vastgesteld, los van de oude huur.
pag. 187 – …Vele ambtenaren hebben een Joodse bekende geholpen, weinigen de talloos onbekenden. Na deze zin volgt in de dissertatie (pagina 141) de volgende passage: ‘Het was de standaardinstelling van de ambtenaren van de gemeente Amsterdam in de oorlog. Een treffend voorbeeld van deze tegenstrijdige houding laat de ambitieuze, intelligente mr. P.J. Mijksenaar zien. Als hoofd van het Gemeentelijke Bureau voor Inkwartiering regelde hij ook de verplichte verhuizingen van Joodse gezinnen naar de Transvaalbuurt. Door de trage betalingen aan de verhuisfirma’s stokte dit proces. Het administratieve systeem dat de Duitsers hiervoor hadden bedacht was niet handig, zo ontdekte hij. Ongevraagd ontwikkelde hij – met succes – een beter procédé. “Het zou inderdaad van waarde zijn, indien hier een oplossing werd gevonden, daar verschillende verhuisfirma’s min of meer weigerachtig worden om verhuisopdrachten van Joodsche families te aanvaarden, hetgeen moeilijkheden berokkent bij de uitvoering van ontruimingsopdrachten” [bron: brief 20 oktober 1942 aan de Lirobank, Stadsarchief Amsterdam, 5229-54]. Hij zette zijn slimheid in om het proces van concentratie – een belangrijke schakel in de Jodenvervolging – te versnellen. Niet omdat hij iets tegen Joden had. Integendeel, hij heeft zelfs enkele Joden helpen onderduiken [bron: Stadsarchief Amsterdam, 30579-1234].’
pag. 187 – ‘..Verdere specificatie wordt niet verlangd.’ Stadsarchief Amsterdam, 5187-3716, dossier 614, brief 14234.
pag. 188 – Drie weken later had Flipse zijn deel van de declaratie klaar. Stadsarchief Amsterdam, 5187-3716, dossier 614.
pag. 188 – Parallel aan deze opgave stuurde Flipse ook declaraties voor huurderving naar Lippmann, Rosenthal & Co. Brief van Woningdienst aan Lirobank, gedateerd 3 maart 1943, zoals afgedrukt in ‘Handwerkers Vriendenkring’, pagina 73.
pag. 188 – …dat je de Jodenvervolging daar eigenlijk ook wel onder kon begrijpen. Stadsarchief Amsterdam, 5187-3760, dossier 287.
pag. 188 – ‘…en dan nog alleen aan die huizen die door de Jodenfamilies betrokken waren.’ Stadsarchief Amsterdam, 5187-3758, dossier 211.
pag. 189 – ‘Immers de belangrijkste factor in deze is het evacueren van de joodsche gezinnen geweest.’ Stadsarchief Amsterdam, 5187-3716, dossier 612.
pag. 190 – Ditmaal wilde hij ‘tot een definitieve oplossing van dat vraagstuk komen.’ Brief Flipse aan wethouder Gratama op 5 oktober 1943, Stadsarchief Amsterdam, 5187-3715, dossier 576. NSB-wethouder Jan Gratama was rond 1900 bevriend met Keppler, mede-oprichter van de SDAP-afdeling Delft en in de jaren twintig architect van o.a. de Transvaalbuurt.
pag. 190 – ‘De voorzitter constateert dat er dus meer kindertehuizen tot stand moeten komen. Er zijn Joodsche gebouwen leeg gekomen.’ Stadsarchief Amsterdam, 5256-755.
pag. 190 – ‘…Wanneer een gezin bijv. konijnen in de huiskamer houdt (hetgeen gebeurd is), dan kan men, indien het gezin dit niet wil nalaten, niet anders dan de huur opzeggen.’ Idem.
pag. 193 – …hij verklaarde in één klap alle 3125 mensen asociaal die in 1944 voor extra hulp hadden aangeklopt bij de gemeente. Stadsarchief Amsterdam, verslag 1944 betreffende Bureau tot bestrijding van maatschappelijke misstanden, 5256-749.
pag. 193 – ‘Bestaat geen behoefte aan in het huidige bestel.’ Besluit 1 maart 1946. Stadsarchief Amsterdam, 5256-755.
12. De erfenis van Asterdorp
pag. 194 – Toen kreeg een klacht van de heer F. Avontuur, Transvaalstraat 42’, over het ‘kloppen der kleden over de veranda’ weer alle aandacht. Stadsarchief Amsterdam, 5187-3748, dossier 34
pag. 197 – ‘Gezinnen, los van het oude milieu in een nieuwe omgeving samengebracht onder goede leiding, staan veel opener voor maatschappelijke maatregelen.’ Citaat uit ‘De gezinsoorden van het ministerie voor maatschappelijk werk,’ stageverslag van M. Baggen, 1954. Aangehaald in Dercksen en Verplanke 1987, pagina 73.
pag. 197 – Minder blij dan de kampbewoners die terugkeerden naar de kust, waren de slachtoffers van het bombardement die nog steeds in het houten nooddorp woonden. Deze passage is gebaseerd op de studie van Dercksen en Verplanke, 1987.
pag. 198 – ‘In de stedelijke gemeenschap is deze groep niet te handhaven.’ Stadsarchief Amsterdam, 5256-754. Notitie ‘Opheffing van sociaal zwakken’ van de hand van de directeur van de Gemeentelijke dienst voor Sociale Zaken van Rotterdam, J. Van Mill, 23 november 1946.
pag. 198/199 – ‘Dit zal moeten geschieden in kampen – een ellendig woord, thans geheel in discrediet – onder deskundige en veelzijdige leiding.’ Stadsarchief Amsterdam, 5256-754. Rapport studiecommissie ‘Onmaatschappelijke gezinnen’, januari 1946.
pag. 201 – ‘men kan niet verwachten dat zij ineens postzegels gaan verzamelen…’ ‘Inleiding over de exploitatie der toeslagwoningen in Slotermeer en Geuzenveld,’ 1959, door mevrouw F.R. de Miranda, uit het privé-archief van haar dochter Hannie Raaff.