Welk putje van de woningmarkt?

Asterdorp gold in de jaren dertig van de vorige eeuw als het putje van de woningmarkt. Wie ontoelaatbaar werd geacht voor een normale nieuwbouwwoning belandde in dit opvoedingsdorp. En mocht bij goed gedrag doorstromen naar een normale gemeentewoning. Verreweg de meeste inwoners van Asterdorp verlieten het dorp echter voortijdig. Zij wilden niet wachten, of weigerden te figureren in het spel van beleidsmatige vernedering. Maar waar gingen die mensen dan naartoe?

Niet naar een woning van de gemeente of een woningbouwvereniging, daar werden ze niet toegelaten. Een deel vertrok naar een krot of een woonschip maar een groter deel huurde een nieuwe, dure woning op de particuliere markt. En dat is bijzonder: de ontoelaatbaren betrokken woningen die onbereikbaar waren voor de keurige arbeiders. Op de ladder van verheffing sloegen ze de hele sociale woningbouw in één stap over.

huurladder
Nieuwbouw in Amsterdam tussen 1920 en 1940 (GWD staat voor Gemeentelijke Woningdienst)

Zo deed ook Berend Riesenbeck het met zijn vrouw en acht kinderen. Begin 1928 Lees verder Welk putje van de woningmarkt?

Keppler en de gedwongen winkelnering

fiets-in-regenIr. Arie Keppler, directeur van de Gemeentelijke Woningdienst, was een moeilijk mens. Zoals het bijtje altijd naar de bloem vliegt, koerste Keppler steevast op het conflict af. Daar was namelijk wat te winnen. Ook om kleine zaken kon hij grote ruzie maken, getuige Lees verder Keppler en de gedwongen winkelnering

Juf Schoorl en de Ranonkelschool

hyperion
Op de gele vlek stond de Ranonkelschool, speciaal voor de kinderen van Asterdorp. Ter oriëntatie: links staat de A’DAM Toren. (Bron: website Hyperion)

Aan de zuidzijde van de Grasweg, dwars op de Asterweg, lag van 1928 tot 1939 de Ranonkelschool, de openbare lagere school waar de meeste kinderen van het Asterdorp naartoe gingen. Ze hadden dubbel geluk. Ten eerste was het lekker dichtbij, ten tweede waren ze Lees verder Juf Schoorl en de Ranonkelschool

Het tegenovergestelde adres

woning_aan_de_saxenburgerstraat_te_amsterdam_4280131454539145401

Wie woonde op Asterdorp had als adres Asterdorp nummer zoveel. Dat werd al snel een besmet adres, niet handig om te noemen als je werk zocht of een afspraak met een meisje wilde maken. In 1932 kregen de straten bloemennamen maar dat hielp niet. Al draagt een aap een gouden ring, het is en blijft een lelijk ding, dacht de rest van Amsterdam.
Maar waar woonden eigenlijk de notabelen, Lees verder Het tegenovergestelde adres

Betty Groenteman, 1919-2016

Betty Schabracq – Groenteman is 10 september overleden. In het boek is een hoofdstuk gewijd aan haar vader, Jonas Groenteman. En ook haar eigen herinneringen aan haar kinderjaren op Asterdorp hebben een plaats gekregen in het boek. Driemaal heb ik haar uitgebreid gesproken. Eenmaal in 1984 en tweemaal in 2014. Ik weet niet waarom maar ik had een zwak voor haar. Is het vanwege die krasse manier van uitdrukken? Haar zelfspot? Of haar wijze oordeel? Ik weet het wel. Het is omdat Lees verder Betty Groenteman, 1919-2016

‘Beetje kleverig’

ac-620x360
‘…in beschonken toestand het dorp in is komen zwaaien…’

Op nummer 82 woonde vanaf september 1928 het echtpaar Baneman met acht kinderen. Daarvoor bewoonde dit gezin de eerste verdieping van de Fokke Simonszstraat 90. “Bewoning heel slecht en vuil, onvoldoende woonruimte. Men woont hier reeds 20 jaar.” De inspectrice die het gezin Baneman daar bezocht, had ook informatie opgevraagd bij de gemeentelijke afdeling Maatschappelijke Steun: “Heel gunstig bekend, nooit eenige last. Voor zoo’n groot gezin onvoldoende woonruimte.”

Eenmaal beland op Asterdorp werd mevrouw Baneman opstandig. Op 12 november 1929 noteerde de opzichteresse in haar dagboek: ”Vrouw komt op bureau vertellen, dat ze niet onrechtvaardig wenscht behandeld te worden. Zij weet nu heel goed, dat het aan de opzichteres ligt, als er iemand door de Commissie bezocht wordt. Zij heeft nooit schuld gemaakt en begrijpt maar niet waarom zij in deze omgeving moet blijven wonen. Haar geantwoord, dat zij haar dochter meer aan het werk moet zetten en aanmerkingen moet maken, indien het niet goed gedaan wordt. Het ziet er niet bepaald slordig uit, maar stoffig en een beetje kleverig. De voornaamste reden, dat zij nog niet overgeplaatst is, ligt echter bij haar man, die verscheidene malen in beschonken toestand het dorp in is komen zwaaien (…) Het gezin gedraagt zich overigens heel behoorlijk, bemoeit zich met niemand, en kan als de man niet meer drinkt wel voorgedragen worden voor een andere gemeentewoning.

Juni 1930 blijkt het drinken van de man beteugeld: “Bewoning vrij knap. Geen ongeschikte mensen.” Baneman mag dan naar een gewone gemeentewoning aan het Zaandammerplein verhuizen.

‘Volstrekt te weren’

article.image.104916
Affiche van de CPN uit 1933

Tijdens een bezoek van een hoge rijksambtenaar van Binnenlandse Zaken aan Amsterdam-Noord in het voorjaar van 1933 – het was verkiezingstijd – was hem opgevallen dat er ‘communistische reclamebiljetten’ waren opgehangen aan gemeentewoningen. Dit zinde de rijksambtenaar niet en hij sprak wethouder De Miranda hierop aan. Vergeefse moeite: de wethouder zag het probleem niet. Zijn minister wel. ‘Ik meen goed te doen,’ schreef deze Lees verder ‘Volstrekt te weren’

Arthur Rikkert

rikkert1957
Arthur Rikkert in 1957

Na Arie Keppler is Arthur Rikkert de meest betekenisvolle ambtenaar die de Gemeentelijke Woningdienst, inclusief de naoorlogse opvolgers, heeft gekend. Bij de oprichting van de Woningdienst in 1915 hoorde hij bij het selecte clubje getrouwen dat Keppler meenam van de Dienst Bouw- en Woningtoezicht. Rikkert was 24 jaar oud en toen al onovertroffen als cijferaar/statisticus. Zijn berekeningen lagen ten grondslag aan de enorme vooroorlogse woningbouwproductie. In de oorlog trok hij direct Lees verder Arthur Rikkert

Over rijkstoezicht en ‘het gevoelen van Uw College’

voorwaarden voorplaatsingIn de jaren twintig en dertig van de vorige eeuw moesten woningzoekenden aan bovenstaande voorwaarden voldoen om een sociale huurwoning te mogen betrekken. Als een soort wettekst stonden ze op de achterzijde van elk plaatsingsformulier afgedrukt. Een willekeurige greep uit het postverkeer tussen de gemeente Amsterdam en het Rijk laat zien hoe nauwkeurig per gezin Lees verder Over rijkstoezicht en ‘het gevoelen van Uw College’

Hazes & Heuckeroth

$(KGrHqJ,!iIFClS4oV-IBQwlS7Gz5w~~60_35Onder de bewoners van Asterdorp zijn familienamen van volkszangers ruim vertegenwoordigd, zo hebben er een Heuckeroth, een Roelvink en een Hazes gewoond. Of die laatste twee voorouders zijn van onze Dries en Dré weet ik niet maar ik sluit niets uit. Over mevrouw Heuckeroth zal ik later nog eens schrijven, begin jaren tachtig heeft ze mij vanuit haar huisje in de Latherusstraat  Lees verder Hazes & Heuckeroth